Voor het kappen van bomen kunnen er verschillende reglementeringen van toepassing zijn.
Kappen van hoogstammige bomen, niet gelegen in een bos
Voor het vellen van hoogstammige bomen, alleenstaand, in groeps- of lijnverband, die geen deel uitmaken van een bos, is een omgevingsvergunning verplicht.
Een ‘hoogstammige boom’ is elke boom die op een hoogte van 1 meter boven het maaiveld een stamomtrek van minimaal 1 meter heeft.
Een omgevingsvergunning voor het vellen van een hoogstammige boom is (in bepaalde gevallen) niet nodig als de boom ...
- ... niet tot een bos behoort;
- én in woongebied, agrarisch gebied of industriegebied staat;
- én niet in woonparkgebied staat;
- én op maximaal 15 meter van de eigen woning staat.
Opgelet: deze vrijstelling van de vergunningsplicht geldt alleen als ze niet strijdig is met andere voorschriften of voorwaarden van andere vergunningen (zie de Checklist Vrijstelling (externe website) op Ruimte Vlaanderen).
Kappen in een bos
In Vlaanderen heb je voor het kappen van bomen in een bos (zowel een openbaar bos als een privébos) in de meeste gevallen een vergunning nodig.
- Bij ontbossing worden er bomen gekapt en verandert de bestemming van de grond van bos naar niet-bos (bouwgrond, landbouwgrond ...). Hiervoor heb je altijd een omgevingsvergunning nodig. Bij ontbossing heb je ook altijd een compensatieplicht: er moet een even groot of zelfs groter bos op een andere plek worden aangeplant. De compensatie kan ook financieel gebeuren door een bosbehoudsbijdrage te storten in het Bossencompensatiefonds. De Vlaamse overheid staat dan zelf in voor de compenserende bebossing.
- Kappingen van bomen in bos waarbij de grond niet van bestemming verandert, mogen zonder vergunning uitgevoerd worden als de kappingen opgenomen zijn in een goedgekeurd bosbeheerplan.
Als dat niet het geval is, moet je vóór de kapping een kapmachtiging aanvragen bij het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB).
De regels voor het kappen van bomen in een bos, staan in het Bosdecreet.
Kappen in agrarisch gebied of in natuurgebied
In Vlaanderen staan natuur en landschap onder grote druk. Vandaar dat in bepaalde gebieden wijzigingen aan vegetaties of kleine landschapselementen verboden zijn of dat er een natuurvergunning nodig is. Het gaat dan om een omgevingsvergunning voor het wijzigen van kleine landschapselementen of een omgevingsvergunning voor het wijzigen van vegetaties.
Kleine landschapselementen (KLE) zijn bijvoorbeeld:
- houtkanten, struwelen, hagen, perceelsrandbegroeiingen;
- sloten, poelen, veedrinkputten, waterlopen, bronnen;
- bermen, holle wegen, graften, dijken;
- bomen, hoogstamboomgaarden.
Vegetaties zijn natuurlijke en half-natuurlijke begroeiingen, zoals:
- vennen, heiden, moerassen, schorren, slikken, duinvegetaties;
- graslanden;
- loofbossen, houtachtige beplantingen.
Aanvraag tot noodkap
Een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen is niet nodig voor het vellen van alleenstaande hoogstammige bomen of van enkele bomen in lijnverband omwille van acuut gevaar en na voorafgaande schriftelijke instemming van de burgemeester.
Wanneer dreigt er acuut gevaar?
- Wanneer er direct gevaar dreigt om personen te verwonden;
- Wanneer er direct gevaar dreigt om eigendommen te beschadigen;
- Wanneer er direct gevaar dreigt voor andere bomen (bv. snelvermeerderende ziekte).